
Rekenen voor thuis: getallen en bewerkingen
Wil je thuis op een spelenderwijze aan de slag met getallen en bewerkingen? Dan vind je in deze blog ideeën rondom deze domeinen. Het zijn geschikte opdrachten voor thuis (en school). De opdrachten zijn voornamelijk geschikt voor buiten.
Ideeën rondom meten en meetkunde vind je hier. Veel rekenplezier!
Tip 1: hinkelbaan
Maak een hinkelbaan. Spring op elk getal en noem de getallen hardop. De hinkelbaan kan natuurlijk verder doorgaan na de 10. Geef eventueel opdrachten:
- Sla de grote buur van 9 over (10).
- Spring alleen op de even getallen.
- Je mag niet op de tegel komen met het antwoord op de som 3 + 4
- Spring op elk getal. Alleen het oneven getal noem je hardop.
Tip 2: sommen springen
Schrijf de getallen van 0 tot 10 met stoepkrijt op tegels. Of beter nog laat de kinderen dit zelf doen. Gedaan? Laat het kind op een plek staan waar de getallen goed te zien zijn en er makkelijk op gesprongen kan worden.
De spelleider (ouder of leerkracht) noemt nu sommen tot 10. Spring zo snel mogelijk op het goede getal. Leuk is om tegen elkaar te strijden. Wie springt het snelst op het goede antwoord?
Andere mogelijke opdrachten:
- Spring op het goede getal. Spring op 6.
- 10 kan je splitsen in 7 en …
- Spring op de grote buur van 8 (9).
- Spring op de kleine buur van 1 (0).
De tafelvariant
Schrijf de antwoorden van één tafel of antwoorden uit meerdere tafels op. Noem deze sommen en laat de kinderen op het goede antwoord springen. Of gebruik de getallen van 1 tot 10. Het getal onder de linkervoet is een tiental, getal onder de rechtervoet een eenheid. Voorbeeld: 7 x 8 = 56 (linkervoet op 5, rechtervoet op 6).
Tip 3: sommenbingo
Met hetzelfde tegelveld met getallen ga je nu bingo spelen. Het enige wat je nog aan het speelveld moet doen is de 0 en 1 doorhalen en de 11 en 12 toevoegen. Gooi met twee dobbelstenen. Streep door wat je gooit. Leg de dobbelstenen wat verder weg zodat iedereen lekker in beweging is. Ook hier is het leuk om tegen elkaar te spelen. Wie heeft er als eerst bingo?
Eenvoudigere variant
Speel met één dobbelsteen. Gebruik dan alleen de getallen 1 t/m 6.
De tafelvariant
In plaats van dobbelstenen werk je met briefjes met sommen. Haal een briefje met een som, reken uit en controleer of het op jouw bingoveld staat. Voeg ook briefjes toe met sommen waarvan het antwoord er niet tussen staat. Wie heeft er als eerst bingo?
Tip 4: speurtocht
Hang in huis of in de tuin allemaal briefjes op met rekenopdrachten. In mijn voorbeeld heb ik de telopdrachten vanuit mijn thema pakket Pasen gebruikt. Nummer de kaartjes die je wilt gebruiken en geef het kind een papier mee met de nummers die gezocht moeten worden. Laat ze de kaartjes zoeken (met of zonder plattegrond – zie tip 4 blog meten en meetkunde). De antwoorden schrijven ze op het papier bij het goede nummer. Totdat ze alle kaartjes gevonden hebben.
Speciaal hiervoor heb ik een kaart gemaakt waarop de antwoorden geschreven kunnen worden. Je kunt kiezen voor 8 of 10 opdrachten. Deze vind je hier: Zoek en los op.
Varianten
- Gebruik je de telopdrachten? Laat uw kind dan een som bedenken bij het goede antwoord.
- Schrijf sommen op een briefje waar u kind mee bezig is. Denk aan sommen tot 10, splitsingen of tafelsommen.
Tip 5: getalbegrip
Ren zo snel mogelijk naar het goede getal. Er zijn meerdere mogelijkheden. Je schrijft alle getallen op (eenvoudigste versie) of je schrijft alleen een aantal steungetallen op. Op de grotere foto zie je aan de linkerkant alleen de getallen 1, 5, 10, 15, 20 en 25. Bij de laatste variant moeten de kinderen goed nadenken waar het getal in de getallenrij hoort.
Wil je het moeilijker maken? Teken dan een getallenlijn tot 100. Noteer alleen de tientallen met voldoende tussenruimte. De kinderen rennen zo snel mogelijk naar de juiste plek op de getallenlijn.
Dit spel kan je thuis natuurlijk ook spelen met andere getallen of in combinatie met bewerkingen. Reken dan een som uit en ren naar het antwoord.
Deze blog wordt regelmatig aangevuld met nieuwe ideeën voor getallen en bewerkingen thuis.