Selecteer een pagina
Thema ridders en rekenen

Thema ridders en rekenen

Bij de KBW 2020 is het thema en toen? Hier passen meerdere geschiedenisthema’s bij. Wij hebben er op school voor gekozen om te werken over ridders en kastelen. In deze blog lees je rekenideeën rondom dit thema. Met ridderdownloads!

Splitskasteel

Splitskasteel

Maak van een splitshuis of splitsmuur een splitskasteel. Zo past het splitsen ook goed binnen het thema.

Verdedig het kasteel

Zet 6 fiches of figuurtjes op een getal in het kasteel. Dit zijn de vijanden die het kasteel willen veroveren. Je mag meerdere figuurtjes in één vakje stoppen. Speel individueel, in tweetallen of klassikaal. Gooi met twee dobbelstenen. Speel je klassikaal? Gooi dan dobbelstenen via het digibord. Herken het gegooide aantal. Heb jij op dat getal een fiche of figuurtje staan? Haal er dan 1 van weg. Wie heeft als eerst zijn kasteel leeg gespeeld? Die heeft gewonnen!

Bouwen

Ik ben een groot voorstander van bouwen met constructiematerialen of spelen in de bouwhoek. Zeker in groep 3! Gebruik Kapla, Lego, LaQ of ander soorten materialen. Het is leuk om deze materialen te combineren met Playmobil, zodat de kinderen naast het bouwen ook aan de slag kunnen gaan met rollenspel. Wij hebben zelf in de klas ook ridders te paard. Die worden ook veelvuldig gebruikt.

In de bouwhoek bouwen de kinderen een kasteel. Zelf laat ik ze de eerste keer lekker bouwen (zie foto). De tweede keer in de bouwhoek geef ik ze tekenpapier mee. Zo kunnen ze het gebouwde kasteel natekenen. Een ander groepje kan dan proberen het kasteel vanaf de tekening na te bouwen.

 

Kroon en schild

Met de volgende download kan je een aantal dingen doen, denk aan het volgende:

  • Patronen. Maak patronen op de kroon of het schild. Dit kan met kralen, knopen, diamantjes of andere kleine materialen. In de klas heb ik een bak staan met glittersteentjes. Hier maken ze patronen van. Meer lezen over patronen? Lees hier verder: patronen.
  • Telposter. Op het schild of op de kroon kan je ook een telposter maken. Kies een getal uit (tot 20). Verdeel het schild (of kroon) in vier stukken. De kinderen maken elk vakje vol met het vooraf afgesproken aantal, maar… op één vakje doen ze dit niet. Wie ontdekt de fout?
  • Spiegelen. Leg op de ene helft van de kroon of het schild een aantal voorwerpen neer. Spiegel het aan de andere kant.

 

Automatiseren met ridders

https://youtu.be/wkpbGJxELfo

 

Nog meer downloads

Op de downloadpagina vind je een download met 3 spelletjes (werkbladen). In het thema ridders en kastelen, maar ook Egypte, dinosaurussen en de ijstijd. Klik hier voor de spelregels en de download.

Pinterest

Mocht je nog meer inspiratie nodig hebben. Kijk dan vooral even op mijn Pinterest. Op mijn Pinterestpagina heb ik ook allerlei rekenideeën verzameld over ridders en rekenen.

Heel veel succes en plezier met het thema ridders!


 

Bij het rekenloopspel Herfst zit tot en met eind september een gratis ridder versie!

 

Review: Met rekenogen bekeken

Review: Met rekenogen bekeken

In 2020 is het boek ´Met rekenogen bekeken. Rekenactiviteiten voor jonge kinderen bij 45 prentenboeken´ van Rob van Bree en Hanneke van Bree uitgekomen (uitgeverij Acco). Dit is een vervolg op ‘Met rekenogen gelezen’.  Waar de eerste variant meer gericht is op groep 1 en 2. Is dit boek ook voor groep 3 en 4. In deze blog beschrijf ik mijn indruk van het boek en of ik het boek ga gebruiken in mijn rekenonderwijs.

Inhoud van het boek

In het boek worden 45 prentenboeken besproken. De prentenboeken zijn onderverdeeld in diverse domeinen: tellen en getalbegrip, meten en meetkunde. Dit maakt het eenvoudig om naar een prentenboek te zoeken wat aansluit bij je lesdoel.

Elk prentenboek wordt besproken volgens een vaste duidelijke opbouw. Het begint met de titel en een afbeelding van het boek. Naast de cover van het prentenboek staat een kader. In dat kader staat een korte samenvatting beschreven van het boek en de rekeninhoud.

Daarna worden de volgende onderdelen besproken:

  • Een kijkje in het boek: de omschrijving van het boek.
  • Met rekenogen bekeken: veel rekenvragen, rekenstrategieën en handvatten voor een rekengesprek rondom het prentenboek.
  • Rekenvervolg: opdrachten die de kinderen als vervolgopdracht kunnen maken.
  • Rekentaal: bij elk boek staan rekenwoorden omschreven die je expliciet kunt aanbieden.

Prentenboeken

Het leuke van het boek Met rekenogen bekeken is dat je in aanraking komt met andere prentenboeken. Met name het hoofdstukje een kijkje in het boek helpt daarbij.

In deze editie kan je o.a. rekenen met: De Gruffalo, De wereld van de Gorgels, Mag ik meedoen?, De tangramkat en Een gat in mijn emmer. Handig, want die boeken heb ik in mijn eigen boekenkast of inmiddels in die van mijn jongens. Zo kan ik direct opdrachten uit het boek uitproberen. Aangezien de auteurs benadrukken dat de boeken, op het moment van schrijven, eenvoudig te verkrijgen zijn heb ik de proef op de som genomen met twee boeken die mij aanspraken. Bij de bibliotheek heb ik gekeken of ik de desbetreffende boeken kon lenen. Dit ging eenvoudig en vlot door middel van een reservering. En anders heb ik nog het geluk met een fantastische bibliotheek op school.

Voorbeeld bij het prentenboek 1 + 1 = 3

Aangezien je in groep 3 veel aan het tellen bent (tot 100) was ik nieuwsgierig naar dit boek, de bijbehorende rekenvragen en opdrachten. In het boek gaan de kinderen op zoek naar een indringer. Dat is de afbeelding waar één te veel is. Het boek nodigt uit tot tellen. Geschikt voor groep 1 en 2 (tot 20), maar voor groep 3 en 4 is er de mogelijkheid om tot 100 te tellen. Het verkort en handig tellen wordt besproken in het boek bij het hoofdstukje met rekenogen bekeken.

De opdracht die wordt besproken bij het rekenvervolg is leuk! De kinderen maken zelf een telposter met indringers (of weglopers). Maak hier foto’s van en je hebt je eigen 1 + 1 = 3 prentenboek van de klas. Deze opdracht ga ik zeker uitproberen in de klas.

In het prentenboek worden ook plussommen besproken met hoeveelheden. Met de opdracht: welke afbeelding hoort er niet bij (deze opdracht komt uit het prentenboek zelf). De tekeningen zijn naar mijns inziens te onduidelijk en hierdoor ontstaat verwarring. Prettig vond ik om te lezen dat de auteurs er net zo over denken. Sterk is dat ze met een vervangende opdracht komen die wél uitvoerbaar is.

Wil je meer spelideeën over getalbegrip tot 100? Lees mijn blog.

Conclusie

Het boek ‘Met rekenogen bekeken’ is een meerwaarde voor elke school. Aangezien het een boek is voor groep 1 t/m 4 kan je er samen mee aan de slag. Het is niet een boek om in één keer uit te lezen, maar om te pakken wanneer je aan de slag wilt met een bepaald domein, rekendoel, thema of prentenboek. Het boek helpt je om op een laagdrempelige manier prentenboeken in te zetten in de rekenles.

Het fijne is dat er aanknopingspunten zijn om een goed rekengesprek te voeren met rijke rekentaal. Het zijn geen kant-en-klare lessen. Dit werkt voor mij persoonlijk goed, aangezien ik het liefst mijn eigen draai aan al mijn rekenlessen geef. De vervolgopdrachten passen goed bij de inhoud van het prentenboek, maar ook bij de rekendomeinen. De opdrachten zijn divers en met regelmaat staan er ook diverse varianten beschreven.

Beveel ik het aan?

Het boek Met rekenogen bekeken heeft mij enthousiast gemaakt over het rekenen met prentenboeken. Ook zonder het prentenboek erbij te hebben valt er veel uit het boek te halen. Kortom: zeker het aanschaffen waard wanneer je spelenderwijs aan de slag wilt met prentenboeken en rekendoelen. Ik ga ermee aan de slag!

Bedankt Uitgeverij Acco voor het sturen van een recensie-exemplaar!

Op Instagram deel ik zo nu en dan mijn rekenbelevenissen met prentenboeken. Volg me!

 

Werken zonder rekenmethode: doelen

Werken zonder rekenmethode: doelen

In mijn blog werken zonder rekenmethode heb ik omschreven waarom ik het anders ben gaan doen. In deze blog omschrijf ik hoe ik het ben gaan aanpakken met betrekking tot de doelen.  

Werken in perioden

Via de masterclass een goede rekenstart kwam ik op het idee om van vakantie tot vakantie te werken. Dit geeft je 7 à 8 weken de tijd om je doelen te behalen.

Per periode heb ik mijn voorbereiding en weet ik waar ik naar toe wil werken. Aan het eind van de periode test ik alle kinderen of de doelen zijn bereikt. Tussendoor observeer ik veel en controleer ik of ze op de goede weg zijn. Dit doe ik aan het begin van het jaar met behulp van het digikeuzebord.

Van einddoelen naar tussendoelen

De eerste stap is de einddoelen verdelen over vijf perioden. Er zijn verschillende manieren waarop je dit kunt doet. Zelf heb ik het document tussendoelen rekenen-wiskunde van de SLO gebruikt. Hier zijn alle tussendoelen van het rekenen op een rij gezet. Heb je een nieuwe versie rekenmethode? Gebruik dan de methodedoelen. Deze doelen liggen al veel hoger dan de oudere generatie. Wil je meer flexibiliteit ervaren? Kijk hoeveel weken je hebt van vakantie tot vakantie en hoeveel rekenblokken je normaal gesproken met de methode kunt behandelen. Neem deze doelen voor een periode. Cluster deze doelen en plan ze op een eigen passende manier in. Wanneer je kijkt naar je groep kan je misschien al doelen overslaan of compacten.   

Tussendoelen rekenen-wiskunde

Een voorbeeld met getalbegrip – tellen

Probeer de einddoelen in kleine stukken te verdelen. In eerste instantie in perioden, daarna in weken en dagen. Eén van de einddoelen van getalbegrip is bijvoorbeeld:

Kan de getalrij tot 100 opzeggen en vanaf elk getal verder- of terugtellen.

Hier ben ik een aantal perioden mee bezig. In mijn voorbeeld heb ik het alleen over het verder tellen. Periode 1 ziet er als volgt uit:

Week 1 Tellen tot 20
Week 2 Tellen tot 30
Week 3 en 4 Tellen tot 40
Week 5 Tellen tot 50
Week 6 Tellen tot 60
Week 7 en 8 Herhalen en controleren

Hiervoor gebruik ik ook het 100 dagen rekenproject van Slimme Kleuters. Hoeveel dagen we op school zijn, zoveel tellen we in ieder geval. Daarna oefenen we in het getalgebied wat op het programma staat. Dit doen we altijd bewegend. Elke stap is één tel en tellen we terug dan lopen we achteruit. In periode 2 tellen we tot minimaal 100. De perioden daarna herhalen we dit regelmatig. Uiteindelijk zitten we in periode 3 op de 100 dagen. Rond die tijd doe ik veel rondom het getalbegrip tot 100.

Een voorbeeld met klokkijken

Bij het klokkijken wijk ik iets van de tussendoelen af. Als je kijkt naar de einddoelen van groep 3 (SLO) dan hoeven de kinderen alleen op de analoge en digitale klok de hele uren te weten. Kan op een analoge en digitale klok de hele uren aflezen (zoals 3 uur, 18.00). In de methode en Cito wordt meer van de kinderen gevraagd. Hier leg ik mijn doelen dus iets hoger.

Zelf heb ik ongeveer de volgende opbouw:

Periode 1 hele uren 
Periode 2 hele uren en halve uren
Periode 3 één uur verder of terug
Periode 4 hoeveel tijd zit er tussen (hele uren)
Periode 5 herhaling alle onderdelen

Flexibel door de leerlijnen

Het fijne van het ontwerpen van je eigen lesprogramma is dat je er flexibel doorheen kunt bewegen. Afgelopen jaar merkte ik dat veel kinderen de hele uren al beheersten vanuit groep 2. Dan ga ik direct door naar de halve uren. Dit is op meerdere gebieden zo. Loopt iets nog niet naar verwachting dan besteed ik er meer tijd aan. Gaan er al dingen goed dan versnel ik. Wel blijven er momenten van herhaling.

In plaats van flexibel (versnellen of vertragen) door de leerlijnen kan je ook binnen het doel flexibel zijn. Waar de één nog veel behoefte heeft aan het uitspelen met materialen, kan de ander het al op formeel niveau. Door je hiervan goed bewust te zijn beweeg je met de kinderen mee. 

Van perioden naar weken

Als je de doelen over de perioden en weken hebt verdeeld dan kan je invulling gaan geven aan je lessen. Elke dag zorg ik voor een instructiemoment. Hier heb ik voor mezelf een regelmaat in aangebracht. Wat ook per jaar weer verschillend kan zijn. Het ene jaar heb ik bijvoorbeeld 2 dagen aandacht voor getalbegrip en 2 dagen aandacht voor splitsen/bewerkingen. Een ander jaar kan het zijn dat ik het om en om doe: een week getalbegrip en een week splitsen/bewerkingen of een ander domein. Onderzoek wat voor jou (en eventuele collega’s) het beste werkt. 

Periode 1: zomer tot herfstvakantie

Voor periode 1 had ik in het eerste jaar ongeveer de volgende opbouw.

Maandag en dinsdag Getalbegrip
Woensdag en donderdag Splitsen/Bewerkingen
Vrijdag Herhaling
100 dagen rekenproject

Naast de instructielessen staat elke dag tellen, herhalen van de splitsingen en/of het rekenrek op het programma. Hiervoor pak ik vaak een ander moment van de dag. 

Meten en meetkunde

In de vierde week van elke periode heb ik een week rondom een onderdeel uit het domein meten. Alle lessen staan die week in het teken van het domein meten.

De meetkundelessen combineer ik vaak met het thema waarbinnen we werken. Binnen het middagprogramma besteed ik hier aandacht aan. Ik begin altijd met het onderdeel patronen maken.

De dagelijkse praktijk

Mijn lesprogramma is uiteindelijk ontstaan vanuit allerlei bronnen. Denk aan de rekenmethode, cursussen die ik heb gevolgd en rekenliteratuur. Ik gebruik nog steeds de rekenmethode als bron. Zeker om ook de aansluiting met groep 4 te behouden. Vandaar dat ik gezocht heb naar overlap. Waar het kan gebruik ik het en anders volg ik mijn eigen koers. Doordat ik kennis heb van de leerlijnen in groep 3 en begin groep 4 weet ik dat ik op koers blijf. En anders is er altijd nog het SLO document wat je er als naslagwerk bij kunt pakken. 

 

Werken zonder rekenmethode

Werken zonder rekenmethode

In mijn eerste jaar groep 3 volgde ik de rekenmethode van onze school vrij nauwkeurig. Al snel kwam ik erachter dat de rekenmethode niet voldeed. Waar ik het in het begin nog wel prettig vond dat de rekendoelen niet zo hoog gegrepen waren (meer tijd voor lezen), liep ik later vast.

De leerstof ging in de methode opeens heel snel en sloeg stappen (naar mijns inziens) over. Weinig materiaalgebruik en veel op het formele niveau. Het werken in het werkboek vond ik niet veel toevoegen. In groep 3 kan je nog zoveel leerstof aanbieden door middel van spel. Daarnaast ging er veel rekentijd verloren met werkinstructie.

Cito-toets

In januari kwam het (bijna) gevreesde moment. De Cito-toets rekenen-wiskunde 3.0. Tijdens het voorlezen van deze toets wist ik het al. Dit gaat het voor veel leerlingen niet worden. Waar ze bij de methode toetsen stuk voor stuk hoge scores haalden, was deze toets van een heel ander niveau.

Schoolanalyse

Tijdens de schoolanalyse rekenen kwam het gesprek dan ook al snel op groep 3. Samen concludeerden we dat de methode niet voldeed aan onze eisen. Als we de overgang van groep 2 naar groep 3 soepeler wilden laten verlopen, het rekenplezier wilden vergroten en betere resultaten wilden behalen moest er iets gebeuren.

Maar hoe nu verder?

Afbeelding van TeroVesalainen via Pixabay

Dat moment was het startsein van het project: we gaan het anders doen. De maanden na de schoolanalyse heb ik veel gelezen, rondgekeken en nagedacht.  Hieronder beschrijf ik wat ik in mijn zoektocht tegenkwam en wat mij heeft geholpen om het rekenonderwijs anders vorm te geven.

Facebookgroepen

Tijdens mijn zoektocht merkte ik al snel dat er veel meer leerkrachten mee bezig waren. Er werden bijvoorbeeld Facebookgroepen opgericht om bepaalde rekenmethoden anders te gaan gebruiken. In die groepen werden spellen en lesideeën gedeeld.

Het idee was om de eerste blokken van een rekenmethode in te korten of over te slaan. Op deze wijze ontstaat er meer ruimte in het programma. De lesstof werd ook meer op een spelende wijze aangeboden. De eerste paar rekenhoofdstukken zijn hoofdzakelijk hoofdstukken met leerstof van groep 2. Deze manier van werken was nog niet helemaal wat ik zocht, maar al wel beter dan het aanbod wat er lag.

Inmiddels worden deze Facebookgroepen niet meer zo intensief gebruikt. Wie er toch belangstelling voor heeft, je vindt ze hier en hier.

Spelend leren

Er werd in de tijd van mijn zoektocht door de klasvanjufLinda een e-book uitgebracht over de overgang van groep 2 naar 3 “Spelend leren”. Zij heeft daarin haar werkwijze met rekencircuits en spellen omschreven.

Op een gegeven moment dacht ik die kant op te willen. Het spelend leren voor kinderen in groep 3 heeft me altijd al aangesproken. Met dit idee in mijn achterhoofd was ik begonnen om de rekenlessen vorm te geven. Hele schema’s had ik al klaar om mee aan het werk te gaan. Ik had zelfs uitgezocht welke doelen van het digikeuzebord erbij passen, zodat ik daar verder mee kon werken in groep 3.  Op deze manier had ik gelijk een observatie en registratiemanier gevonden.

Methodedoelen rekenmethode gekoppeld aan digikeuzebord doelen én spelletjes.
Methodedoelen van de rekenmethode gekoppeld aan doelen vanuit het digikeuzebord. Met bijpassende spelletjes.

Een goede rekenstart in groep 3

Uiteindelijk kwam de masterclass van Wizz-scholing op mijn pad “Een goede rekenstart in groep 3”. Op die avond viel alles op zijn plek. Ik had gelijk dat de methode niet voldeed. Het moest inderdaad anders. Gelukkig heb ik op die avond goede handvatten gekregen om aan de slag te gaan. 

Eigen werkwijze

De dag na de masterclass kwam ik op school en vroeg ik aan de directrice of ik de rekenmethode in groep 3 helemaal los mocht laten. Ik wilde het zelf gaan doen, een eigen werkwijze ontwikkelen. Wat ik heel fijn vond is dat ik direct alle vertrouwen kreeg. Ik mocht aan de slag met mijn eigen visie op het rekenen in groep 3.

Opbrengst

Nog steeds ben ik heel blij dat ik deze stap heb genomen. Het hele traject heeft veel tijd en energie gekost, maar uiteindelijk ook veel opgeleverd. We hebben er als school zelfs de Drentse onderwijsprijs mee gewonnen.

Belangrijker vind ik echter de gemotiveerde en betrokken kinderen en dat we zien dat de overgang van groep 2 naar groep 3 veel minder groot is. Mooi meegenomen is dat de resultaten ook een stuk hoger zijn. Alles wat we voor ogen hadden tijdens die ene middag terwijl we de schoolanalyse van rekenen deden.

Door middel van spel valt er veel te leren!

Meer weten?

Hoe het rekenonderwijs er nu precies uitziet? In een andere blog schrijf ik over het ontwikkelproces en wat daar allemaal bij kwam kijken.

Mocht u nu al vragen hebben of meer willen weten. Neem gerust contact met mij op. Dit kan via het contactformulier op de site of door een mail te sturen naar info@derekenhoek.nl

Naar buiten!

Naar buiten!

Als het even kan en het programma laat het toe dan ga ik met de klas naar buiten. Gelukkig stel ik het programma zelf samen, dus naar buiten kan al snel. Even een frisse neus en een frisse blik naar de (reken)leerstof. Van de week hadden we geluk. Het was prachtig weer in februari. De jassen konden uit en de zonnebril op! Dan is een buitenrekenles extra genieten.

Aansluiten bij de rekenles

‘s Morgens hadden we een rekenles over de getallenlijn van 0 tot 100. De kinderen moesten getallen tot 100 ongeveer op de goede plek op de getallenlijn plaatsen. We hadden daarbij afgesproken dat je eerst kijkt of het getal meer of minder waard is dan 50. Daarna moesten ze, in het geval van minder, kijken of het getal dichterbij de 0 of 50 zit. En andersom natuurlijk of het dichterbij de 50 of 100 zit. We bespraken de helft van 50 en welk getal er precies tussen de 50 en 100 zit. Ook de tientallen kwamen aan bod: tussen welke tientallen zit het getal? Zo probeerden we de getallen op de goede plekken te krijgen. Veel informatie voor sommige kinderen zo direct na de vakantie.

Buurgetallen

Na de lunchpauze en het buiten spelen zijn we buiten gebleven om het zelf te gaan ervaren. We begonnen met het pakken van een getalkaart en dan de buurgetallen bepalen. Dit hebben we voor de vakantie al vaker besproken. We schreven dit met stoepkrijt op het plein.

Getallenlijn tot 100

Daarna gingen we verder met het inoefenen van de getallenlijn tot 100. Ik tekende een grote getallenlijn op het plein. 0, 50 en 100 had ik hierop aangegeven. Vervolgens pakte alle kinderen een kaart en gingen op de goede plek staan. Extra lastig omdat alle 18 kinderen uit groep 3 meededen en ze ook nog van klein naar groot moesten staan (herhaling). De getallen tot 50 waren snel gedaan, boven de 50 was iets lastiger… Maar met elkaar kwamen we er prima uit!

Getalkaart op de goede plek leggen

Als laatste opdracht moest iedereen in een tweetal zelf een getallenlijn tekenen en zes getalkaarten op de goede plek leggen. Dit ging al een stuk beter! Uiteindelijk gingen we voldaan weer het klaslokaal in. Allemaal weer een (succes)ervaring rijker!