Selecteer een pagina
Een vliegende start

Een vliegende start

Welkom terug in het klaslokaal! Het nieuwe schooljaar staat voor de deur. In dit blogbericht deel ik enkele praktische tips om een vliegende start te maken met rekenen in groep 3 en 4.

De eerste schooldag

Leg op alle tafels een Welkom in groep … poster. Een A4 met allerlei opdrachten. Ik vergroot ze altijd op A3. Zo hebben de kinderen bij binnenkomst gelijk wat te doen. Op de achterkant kunnen ze eventueel een tekening maken van de vakantie. Klik hier voor de (nieuwe) versies voor groep 1 tot en met 6.

Nu ook voor leerjaar 1 (België) een kleurplaat. Deze is hier te downloaden. De oude versies staan op de downloadpagina.

Getalbegrip

Begin het schooljaar met het versterken van getalbegrip. Getalbegrip is heel belangrijk bij het leren rekenen. Lukt het verder tellen en terugtellen vanaf elk willekeurig getal niet goed, dan kan het uitrekenen van sommen lastig zijn (of verkeerd gaan). Zeker als kinderen sommen oplossen door verder- of terug te tellen. Vergeet dit ook niet in groep 4. Kan een kind echt tellen vanaf elk willekeurig getal? Kennen ze de buurgetallen goed? Weten ze welk getal voor een tiental komt? Bij een grote klas kan het een uitdaging zijn om dit goed te achterhalen, maar probeer dit toch te doen bij de start van het jaar. Hoe eerder je in kan zetten op het versterken van getalbegrip hoe beter!

Meer lezen over getalbegrip? Klik hier

Splitsen

Het allerleukste onderdeel van begin groep 3 vind ik het aanleren van de splitsingen. De afgelopen jaren heb ik hiervoor een eigen werkwijze ontwikkeld. In mijn blog we gaan splitsen kan je hier meer over lezen. Binnenkort volgt er een online module waar ik meer vertel over het splitsen.

Starttaak rekenen

Controleer bij de start van groep 4 of de splitsingen en sommen tot 10 niet zijn weggezakt. Hiervoor kan je bijvoorbeeld gebruik maken van de Starttaak. Het is namelijk belangrijk om rekenstof op veel momenten te herhalen. De starttaak is hier een geschikt hulpmiddel voor.

De bedoeling van de Starttaak is dat kinderen rekenstof vaak terug zien komen: kort en krachtig herhalen. Daarnaast probeer ik hier altijd naar te streven: binnen is beginnen. Dit kan door te lezen, maar ook met rekenen. Meer lezen over het hoe en wat van een starttaak? Klik hier

Geef leerlingen die de rekenstof al goed beheersen andere taken. Denk bijvoorbeeld aan:

  • Extra tijd om aan het pluswerk te werken
  • Daag ze uit de sommen zo vlot mogelijk te maken
  • Laat ze 2x in de week meedoen, bijvoorbeeld maandag en vrijdag
  • Geef een blad met sommen die ze nog moeten oefenen

De laatste optie heb ik aan het eind van groep 3 gedaan. Er lagen bij binnenkomst 2 stapels met starttaken: één van groep 3 en één van groep 4. De kinderen mochten zelf kiezen welke taak ze gingen maken. Heel veel kinderen gingen voor die van groep 4. Waarbij ze ook nog even het briefje met sommen van groep 3 gingen maken. In korte tijd veel sommen!

Er zijn starttaken voor M3 tot E3, B4 tot M4 en M4 tot E4. De starttaak voor de eerste helft van groep 3 komt rond de herfstvakantie uit. Dit pakket bestaat uit 10 weken.

Klik op onderstaande afbeeldingen om naar de winkel te gaan voor de starttaken. 

Doelgericht, maar spelenderwijs

Het doel van de rekenhoek is leerkrachten inspireren om lesstof doelgericht, maar ook spelenderwijs aan te bieden. Het GRIMM-model vind ik hier erg geschikt voor. Ik doe het eerst voor, wij doen het samen, jullie doen het en vervolgens doe jij het alleen. In dit model is ruimte voor spel. Denk aan het spelen van het spel in de jullie-fase om een lesdoel samen te oefenen. Of doe na de gehele instructie een (klassikale) activiteit passend bij het lesdoel. Let op dat iedereen betrokken en aan het rekenen is en zorg ervoor dat het past bij je doel.

Groot voorstander ben ik van rekenpapier aan het begin van groep 3. De werkboeken hoeven echt niet direct op tafel. Geef leerlingen een rekenschrift of rekenpapier (leeg vel papier) en laat ze op eigen wijze noteren. Dit geeft je als leerkracht veel informatie!

Het rekenbakje

Nog een heel praktische tip: het rekenbakje! Ik kan echt niet meer zonder. Al heel veel jaren krijgen de leerlingen in de klas een eigen bakje met rekenmaterialen. Lees vooral mijn blog! Het is even investeren (of koop de kant-en-klare van Semsom), maar uiteindelijk gaat het je heel veel opleveren.

Beweegfilmpje

Voor groep 3 heb ik een nieuw beweegfilmpje gemaakt! Waarbij vooral getalbegrip naar voren komt. Een leuk filmpje om aan het begin van het schooljaar te doen. Voor groep 4 is er ook een beweegfilmpje rondom de zomer, met leerstof van eind groep 3 op een lekker vlot tempo. 

Meer lezen over rekenen in groep 3? Lees mijn blog over periode 1.

Heel veel succes en plezier weer in dit nieuwe schooljaar!

Begin de dag met een rekentaak

Begin de dag met een rekentaak

Om leerstof beter en langer te onthouden moet je de leerstof op verschillende tijden terug laten komen. Een starttaak rekenen kan hierbij helpend zijn. In deze blog lees je waarom ik gebruik maak van een starttaak en op welke manieren je de starttaak kunt gebruiken of in kunt zetten in de klas.

Herhalen, herhalen en herhalen

Nu ik deze blog schrijf is het net meivakantie geweest. Voor het eerst in jaren heb ik ook echt vakantie gehad. Nu we weer opstarten ben ik weer een heleboel vergeten van wat we voor de vakantie nog hadden bedacht voor de laatste periode. Gelukkig stond het nog ergens op papier.

Voor leerlingen is dit precies hetzelfde. Als we iets leren en je laat het niet terugkomen dan vergeten we het. Denk maar het blokken voor een examen. Op het moment van het examen weet je het, maar als je daarna niets meer met de informatie hebt gedaan, verdwijnt de kennis vaak weer net zo snel. Veel herhaling is nodig. In de klas gebruik ik vaak de metafoor van de geitenpaadjes die olifantenpaden moeten worden. Hoe beter de weg, hoe sneller de informatie opgehaald kan worden, hoe groter de kans dat de informatie blijvend is. Oefening en herhaling is dus essentieel.

Interessant artikel

Interessant om te lezen is het artikel: Acht praktische handvatten op school en in de les voor beter rekenonderwijs. In dit geval met name Kader A4: De relatie tussen automatiseren en het werkgeheugen. 

Samengevat uit het artikel komt naar voren dat het van belang is om rekenkennis te automatiseren en te memoriseren om het werkgeheugen te ontlasten. Automatiseren van deze kennis krijg je o.a. voor elkaar door meer rekentijd te creëren. 

De acht praktische handvatten op school en in de les voor beter rekenonderwijs (afbeelding komt uit het artikel):

Meer rekentijd

Belangrijk is om vaak genoeg te herhalen en het liefst gespreid (zie ook mijn blog automatiseren van de splitsingen). Blijf wel opletten of de leerlingen de rekenstof beheersen. Fouten maken heeft namelijk geen enkel nut. Maken kinderen fouten? Onderzoek dan waar de fout ligt. Het gevaar is dat kinderen een verkeerde strategie gebruiken (en blijven gebruiken). Het focussen op het automatiseren van rekenstof kan alleen wanneer de sommen goed gemaakt worden (met de juiste strategie of procedure).

Om dit te toetsen kan je bijvoorbeeld gebruik maken van het rekenmuurtje van Bareka. Is een bouwsteen rood? Dan zorg je eerst dat je instructie geeft voordat je overgaat op het automatiseren en zelfstandig oefenen. Eerst goed, dan steeds iets sneller. Denk maar aan het leren lezen.

Starttaak rekenen

Met in mijn achterhoofd deze kennis heb ik de starttaak rekenen gemaakt. Ik wil namelijk dat oefenstof regelmatig terugkomt. In je methodelessen of de waan van de dag lukt dit niet altijd consequent toe te passen. Door de dag met een rekentaak te starten zien alle kinderen de sommen regelmatig terug.

Hoe ziet het eruit in de praktijk?

Elke morgen liggen de briefjes klaar op de instructietafel. Bij binnenkomst pakken alle kinderen een briefje en starten met het rekenen. De één is heel vlot klaar en de ander heeft er wat meer tijd voor nodig. Als ze klaar zijn pakken ze een boek en gaan lezen. Na 10 minuten stoppen we met het rekenen en leest iedereen nog een aantal minuten verder. Nakijken doen we samen na het leesmoment. Ik lees de antwoorden voor en de kinderen kijken zelf na met een nakijkpen. Op die manier weten ze direct of ze het goed hebben gedaan. De taken gaan vervolgens mee naar huis.

En wat als het niet lukt?

Nu schreef ik al dat zelfstandig oefenen alleen zin heeft als de leerstof wordt beheerst. De kinderen die de sommen nog lastig vinden oefenen onder begeleiding. Dat zijn de kinderen die bijvoorbeeld rood of oranje scoren op een onderdeel van het rekenmuurtje. Deze kinderen maken de rekentaken niet of werken eraan op een ander moment. Instructie geven en begeleid oefenen is in dit geval effectiever. Zo werkt dus grotendeels van de klas zelfstandig aan de starttaak en een kleine groepje oefent met de leerkracht.

En wat als het te goed lukt?

Natuurlijk zijn er ook leerlingen die de leerstof al lang beheersen. Zij mogen een andere taak pakken met moeilijkere sommen. Ik heb voor 20 weken oefenstof gemaakt. Zoveel weken hebben we niet meer tot de zomervakantie. Zij krijgen van mij bijvoorbeeld starttaken met sommen boven de 10. Hierbij let ik er wel op dat ik de sommen een keer heb aangeboden én of ze de sommen beheersen. Ik wil namelijk dat ze de sommen via de juiste procedure uitrekenen. Het wil namelijk niet zeggen dat sterke rekenaars ook automatisch rekenen via de beste strategie. Het is ook een optie dat ze juist tijdens dit moment aan de slag gaan met het pluswerk. 

Wat voor leerstof kan je vinden in de rekentaken?

Naast de sommen en splitsingen tot 10 en de sommen tot 20 komen de volgende onderdelen terug:

  • Getalbegrip: de goede volgorde, getallenlijn, kleinste of grootste getal
  • Klokkijken: heel uur (analoog en digitaal), half uur (analoog) en één uur later/vroeger
  • Blokkenbouwsels: tellen aantal blokken en plattegrond
Getal van de dag

Deze starttaak is één manier om rekenstof te herhalen en meer rekentijd te creëren. Natuurlijk kan je dat op veel meer manieren doen. Zo werken wij ook met een strippenkaart, werken in de splitsboekjes en spelen rekenspellen.

Een andere kort en krachtige manier is om te werken met een getal van de dag. Laat leerlingen zelf (verhaal)sommen bedenken bij het getal. Een paar jaar geleden heb ik dat met thema piraten gedaan. Elke dag had de piraat een ander getal in zijn tekstwolk. De leerlingen bedachten sommen, schreven het op een post-it en plakte het bij de piraat. De piraat voeren noemden we het.

Tot slot

Belangrijk is om te weten dat leerstof nog niet volledig geautomatiseerd is als de sommen alleen vlot en goed beantwoord kunnen worden. Volledig automatiseren betekent nog veel meer. Dit is alleen voer voor een andere blog.

Nieuwsgierig geworden naar de starttaak? Hieronder vind je gratis downloads per pakket voor twee weken. Een pakket voor 20 weken (inclusief de gratis download) is te vinden in de winkel van de rekenhoek.

In het najaar van 2023 volgen nog:

  • Startaak groep 3 (periode herfstvakantie tot M3)
  • Antwoordenboek starttaak groep 3 (M3-E3)
  • Antwoordenboek starttaak groep 4 (M4-E4)

Heb je al een pakket met starttaken zonder antwoordenboek? Het antwoordenboek kan je tegen de tijd dat het boek beschikbaar is gratis downloaden met de huidige downloadlink van de starttaak. 

Van herfst tot kerst

Van herfst tot kerst

De eerste periode in groep 3 is nu voorbij. Tijd om de vervolgstappen te zetten. Waarbij ik de eerste periode niet tot nauwelijks gebruik maak van werkboeken of werkbladen komt daar in periode 2 verandering in. In deze periode leren de kinderen steeds meer op papier te werken. Dit kunnen werkbladen zijn, onderdelen van een werkboek, wisbordjes of leeg vel (reken)papier. 

Getalbegrip

In periode 1 is er veel aandacht geweest voor getalbegrip tot 20. Vanaf deze periode ligt het accent veel meer op getalbegrip tot 30 (en soms ook al tot 50). Bij getalbegrip staat vooral de volgorde van de telrij centraal, maar ook de buurgetallen, de plek op de getallenlijn en het maken van sprongen. Bij het maken van sprongen gaat het om het handig tellen van sprongen in 2 en 5. Dit komt auditief terug, maar ook op een werkblad. Denk maar aan een werkblad met herfstbladeren, pepernoten of kerstballen. De kinderen maken groepjes van 2 of 5 en tellen in sprongen hoeveel er liggen.

We maken nog steeds veel gebruik van de getalkaartjes. De getalkaartjes 21 tot 30 zijn in het rekenbakje erbij gekomen. Met deze getalkaartjes doen we veel spelletjes. In de blog 10x spel met getalkaartjes kan je hier meer over lezen. Pas het getalgebied zo nodig aan.

Bij mij in de klas is momenteel het volgende spelletje populair: leg de getalkaartjes die je krijgt zo snel mogelijk van klein naar groot (in tweetallen). Wanneer je klaar bent steek je je vinger op. Je krijgt na controle een stapel nieuwe kaarten. Het is een sport geworden om dit zo snel mogelijk voor elkaar te krijgen en de juf lekker te laten bewegen. Ik start meestal met 5 kaarten. Gaat het goed dan krijgen de tweetallen steeds meer kaarten zodat ze iets langer bezig zijn.

Splitsen

Nu de kinderen weten wat splitsen is gaat het splitsen steeds meer over op formeel niveau. Waarbij materialen nog steeds zijn toegestaan. De kinderen leren splitspalen in te vullen, maar ook dat je splitsingen op diverse manieren kunt weergeven. Daarnaast maak ik veelvuldig gebruik van mijn splitspakketten. Elke week heb ik een extra rekencircuit waarin het splitsen altijd een plek heeft. Vaak staat er elke week één splitsing centraal.

Gratis downloads passend bij deze periode:

Bewerkingen

De begrippen erbij/plus en eraf/min zijn nu bekend. Van het daadwerkelijk uitspelen met de bus stappen we over op het uitwerken met klein materialen (indien nodig) en het noteren van de sommen. Voor de kinderen die de overstap van uitspelen naar klein materialen moeilijk vinden heb ik een minibus met poppetjes in de klas. Deze gebruik ik dan als tussenstap. Belangrijk blijft het controleren of de kinderen snappen wat ze doen. Vragen stellen is hierbij essentieel, denk aan: hoe zie je dat er iets af gaat? Hoe weet ik wat ik moet doen? Wat betekent het = teken?

Wat ik belangrijk vind is dat de kinderen leren dat optellen, aftrekken en splitsen samenhang heeft. Dat je door het beheersen van een splitsing ook sommen op kunt lossen. 10 kan je splitsen in 7 en 3. Dan weet je ook het antwoord op 3 + 7  of 10 – 3. Deze samenhang benoem ik steeds vaker en laat ik ook zien. Vlak voor de kerstvakantie leer ik de kinderen aan dat je met de verliefde harten eenvoudig sommen kunt uitrekenen als: 6 + 7 + 4. Het komt voor dat periode 2 niet zoveel lesweken heeft, dan schuif ik deze sommen door naar periode 3.

Software

Via de software van Ambrasoft rekenen (Mijn Klas) oefenen de kinderen verder met het splitsen en de bewerkingen. Daarnaast gebruiken we de software van Garfield’s Count me In. Deze is gebaseerd op het rekenmuurtje. De kinderen oefenen met getalbegrip, bewerkingen en splitsen.

Meten en meetkunde

De hele en halve uren komen deze periode weer terug. Daarnaast leer ik de digitale tijden van de hele uren tot 12:00 uur aan. De digitale tijden zijn toch de tijden die de kinderen steeds vaker tegenkomen. En mocht iemand eraan toe zijn dan mag die gerust alle digitale tijden leren.

Meestal zet ik het klokkijken tijdens de Sinterklaastijd centraal. Hiervoor heb ik een leuke gratis download beschikbaar. Ga snel naar mijn blog Sinterklaas en rekenen.

Blokkenbouwsels

We starten ook met de blokkenbouwsels. De kinderen leren vanaf een plattegrond blokkenbouwsels te maken, maar ook een plattegrond te koppelen aan een bouwsel.

Vouwen

Elke periode vouwen de kinderen iets n.a.v. een vouwreeks. Dit pas ik altijd aan het thema waarin we werken. Zo maken de kinderen bijvoorbeeld een vouwwerk van Sinterklaas of iets van Kerst.

Gewicht

Wanneer het allemaal lukt dan bied ik ook nog het wegen met de (balans)weegschaal aan. Dit probeer ik altijd zo concreet mogelijk te maken, passend bij het thema. Denk aan:

  • Thema Sinterklaas: hoeveel pepernoten zijn even zwaar als een chocoladeletter
  • Thema herfst: wat weegt meer dan 5 kastanjes? Wat minder?
  • Thema Kerst: leg verschillende formaten kerstballen neer. Leg neer van licht naar zwaar.

Een leuke smartgame om te gebruiken zie je op onderstaande foto. 

Rekenloopspel Kerst

De periode sluit ik af met het rekenloopspel van de Kerst. Wanneer je het rekenloopspel aanschaft krijg je twee varianten: zonder kerstman en met kerstman. Het rekenloopspel van de Kerst is beschikbaar voor groep 3 en 4.

Van zomer tot herfst

Van zomer tot herfst

Van de zomer tot de herfst

De eerste periode in groep 3 is wat mij betreft de allerleukste periode. Door veel rekendoelen spelenderwijs aan te leren in beweging of in spelvorm zie je dat de overgang van groep 2 naar groep 3 al soepeler verloopt. In deze blog beschrijf ik welke doelen ik tot de herfst globaal hanteer en hoe ik dit in de lessen toepas. 

Getalbegrip

Het schooljaar start ik altijd met een les rondom getalbegrip tot minimaal 20. We tellen, maken sprongen, bepalen de buurgetallen, bedenken waar de getallen op de getallenlijn horen en weten welk getal groter is en welke kleiner. Wanneer je Buurman & Buurman gebruikt als boegbeeld van de kleine Buur (kleine buurgetal) en grote Buur (grote buurgetal) begint het helemaal te leven. Aangezien dit ook doelen van groep 2 zijn (in ieder geval bij ons in groep 2) probeer ik al snel de overstap te maken naar getalbegrip tot 30. 

Spelletjes rondom getalbegrip spelen we met de kaartjes uit het rekenbakje. In de blog 10x spel met getalkaartjes staan allerlei ideeën. Aan het begin van het jaar zitten er alleen kaartjes tot 20 in. Wanneer de klas er klaar voor is vullen we dit aan tot 30. Je kunt ervoor kiezen om direct al de getalkaartjes tot 30 in het rekenbakje te stoppen. Het kan handig zijn om in eerste instantie de kaartjes 21 tot 30 in een andere kleur uit te delen. Later kunnen de kinderen kaartjes wisselen zodat alles weer in één kleur is. 

 

Splitsen

Naast getalbegrip is er in periode 1 ook veel aandacht voor het splitsen. Mijn manier van de splitsingen aanbieden komt overeen met het aanbieden van de tafels. Elke splitsing krijgt een eigen week waarin deze centraal staat. De splitsing bied ik stap voor stap aan: uitspelen met de leerlingen, uitspelen met telmaterialen en fiches. Daarnaast maken de leerlingen zelf rekentekeningen rondom de splitsingen. Waarbij de één nog echt tekeningen maakt, schrijft de ander de splitsingen zo uit. Meer weten? Lees We gaan splitsen!

Tot de herfstvakantie ligt voornamelijk de nadruk op het handelend splitsen. Leerlingen die al meer kunnen mogen natuurlijk ook op formeel niveau oefenen. Voor het formele niveau gebruik ik spellen uit mijn splitspakketten. Elke splitsing van 5 tot en met 10 heeft zijn eigen pakket. 

Bewerkingen

Tijdens het aanleren van de splitsingen benoem ik altijd de relatie met optellen en aftrekken.  Daarnaast introduceer ik het plus- en minteken nog een keer apart. Dit doe ik meestal met bussommen. Het blijft toch leuk om met een bus door de klas te gaan. Vervolgens spelen we het na met de telmaterialen uit het rekenbakje en leren we sommen maken. Het rekenbakje wordt dan aangevuld met de rekensymbolen: +, – en =. 

Meten en meetkunde

Per periode werk ik aan een aantal doelen rondom meten en meetkunde. Vaak start ik met het maken van patronen (meetkunde) en het klokkijken van de hele en halve uren (meten). Tijdens het verloop van een schooldag oefenen we het klokkijken al regelmatig. We beginnen om 9 uur. Dan staat de grote wijzer bij de 12 en de kleine bij de 9. Om half 2 mag je spelen. Dan staat de grote wijzer bij de 6 en de kleine wijzer tussen de één en de twee. Wanneer we dan in de 4e of de 5e week de les met klokkijken staat gaan we vlot van de hele uren (analoog en digitaal tot 12:00 uur) naar de halve uren (analoog).  

Al deze domeinen (en dus lesdoelen) heb ik verdeeld over het aantal weken die er beschikbaar zijn. Hoe je dit kunt doen lees je hier: werken zonder rekenmethode – doelen. 

7 tips met fiches

7 tips met fiches

In het rekenbakje zitten fiches. In deze blog lees je 7 tips wat je met de fiches kunt doen. Zelf heb ik 10 fiches in elk rekenbakje zitten. Ieder kind heeft fiches in één kleur. 

Tip 1:

Gebruik de telfiguren voor het introduceren of aanleren van het principe van splitsen en het maken van plus- en minsommen. Ga van de telfiguren naar de fiches. Zo komt het leren splitsen van concreet naar abstract, richting het formele rekenniveau.

Start het aanleren van splitsen en het maken van sommen met het zelf uitspelen. Denk maar aan de bussommen of het spelen van verstoppertje.

Tip 2:

Oefen splitsingen met de fiches. Bespreek van tevoren met hoeveel fiches er gesplitst gaat worden. Verdeel de fiches, ongezien, over de twee handen. Doe één hand open. De ander mag raden hoeveel fiches er in de gesloten hand zitten. Schrijf vervolgens de splitsing op het wisbordje.

Tip 3:

Gebruik fiches om de stand bij te houden bij een spel. Leuk in combinatie met de materialen uit het rekenbakje.

Je wint een fiche wanneer:

  • Je het grootste getalkaartje pakt.
  • Het minst hebt gegooid met twee dobbelstenen.
Tip 4:

Speel het spel ‘beet!’

Leg beide 10 fiches op de tafel. Spreek van tevoren af welk getal je gaat splitsen. Gooi met één dobbelsteen. Vul dat getal aan tot het afgesproken getal. Zoveel fiches heb je beet en mag je van de ander wegpakken. Ga net zolang door totdat iemand geen fiches meer over heeft. Degene met alle fiches heeft gewonnen.

Tip 5:

Gebruik de fiches bij spellen als bingo voor twee of een dobbelspel. Iedere leerling gebruikt zijn eigen kleur fiches om eenvoudig te zien wie de meeste vakjes heeft veroverd. Gebruik de telfiguren als pion om over het spelbord te gaan.

Tip 6:

Gebruik de fiches bij het tellen.

  • Zeg een getal tot 20. Leg (samen) net zoveel fiches neer.
  • Zeg een getal tot 20. Leg (samen) net zoveel fiches neer in groepjes van 2. Tel daarna samen hardop de groepjes van 2. Dit kan ook in groepjes van 5.
Tip 7:

Speel het spel ‘Leg er een fiche op!’

De leerlingen pakken minimaal 6 willekeurige getalkaartjes uit het rekenbakje. Geef een rekenopdracht. Hebben de leerlingen het getalkaartje met het goede antwoord? Leg er een fiche op! Zijn er te weinig fiches gebruik dan de telfiguren. Wie heeft als eerste alle getalkaartjes bedekt met een fiche?

Denk aan de volgende rekenopdrachten:

  • Grote buurgetal van 12.
  • Dit getal heeft deze buurgetallen: 15 en 17.
  • Kleine buurgetal van 20.
  • Tel verder met een sprong van 2: 8 – 10 – …
  • Het is het antwoord op de som: 6 + 3
  • 10 kan je splitsen in 5 en …?

Meer lezen over tips rondom de materialen in het rekenbakje? Lees de blog 10x spel met de getalkaarten.