De afgelopen tijd heb ik me verdiept in een rijke leeromgeving. Maar wat is dat nu eigenlijk? Welke materialen passen daarbij? En wat is mijn rol als leerkracht? In deze serie rondom de rijke leeromgeving start ik met rekenen met (prenten)boeken.
Prentenboeken
In veel prentenboeken zijn rekenhaakjes te herkennen. Dit zijn problemen of conflicten in het verhaal waarin wiskundige begrippen terugkomen. Denk aan tellen, maar ook aan vormen, omvang, verhoudingen en hoeveelheden. Deze rekentaal kan je terug laten komen tijdens het interactief voorlezen van het boek. Er zijn prentenboeken waarin alleen de illustraties al genoeg zijn om rekengesprekken op gang te krijgen. De kracht zit hem echter vooral in het samen beleven en uitdiepen van het verhaal en niet in het ‘tellen om het tellen’ (Anderson, et al, 2005). Hoe kan je dan het beste een prentenboek inzetten?
Interactief voorlezen
Het start met het voorlezen. Dit kan in eerste instantie gewoon voorlezen zijn en een tweede ronde meer interactief. Waarbij er regelmatig vragen gesteld worden over het verhaal. Volgens Damhuis (2008) is de rijkste bron voor het leren van rekentaal een actieve deelname aan rekengesprekken. Stel als leerkracht veel vragen en laat de leerlingen veel denken en redeneren over de mogelijke oplossingen. Laat ook wanneer het mogelijk is experimenteren of de gedachtegang klopt.
Van voorlezen naar de rekenhoek
Zelf leg ik boeken met een rekenhaakje graag in een rekenhoek na het voorlezen. Op deze manier kunnen de leerlingen nog een keer het boek van dichtbij bekijken en het boek verder verkennen. Het boek zelf kan ook ter inspiratie dienen om aan de slag te gaan met de materialen die in de hoek liggen.
Wanneer de kinderen in de hoek spelen kan je de 3V’s inzetten: verkennen, verbinden en verrijken (De Haan, 2012). Verken wat de kinderen met het boek doen en de bijbehorende materialen doet. Verbind je zelf door aan te sluiten en het gedrag te spiegelen. Ten slotte verrijk je het spel door materiaal of een probleem in te brengen of door te gaan op een probleem dat kinderen zelf inbrengen.
Hieronder beschrijf ik een aantal boeken en de mogelijkheden voor in een hoek.

Tangramkat
Het mooi voorbeeld van een rekenprentenboek is de Tangramkat (Rinck & van der Linden, 2016). Dit boek lees ik altijd voor wanneer in de klas de tangrampuzzel wordt aangeboden. Zet het boek vervolgens in de rekenhoek neer met allerlei tangram puzzels. Ter verrijking is het ook leuk om meerdere soorten tangrampuzzels aan te bieden, bijvoorbeeld in de vorm van een hart of ei.
Spiegelridders
Spiegelridders (Werker & van Look, 2021) is één van de drie Semsom boeken voor groep 1 en 2, maar ook heel goed toepasbaar is in groep 3. Bij het boek zit een spiegel zodat de kinderen het spiegelen kunnen toepassen. Tijdens het lezen van het verhaal moeten de kinderen de rekenvragen in het boek oplossen met een spiegel. Het boek leent zich goed om voor te lezen in een kleine kring en om daarna in een rekenhoek rondom het doel spiegelen neer te zetten. Het voordeel van de Semsom boeken is dat er voorin het boek vragen en suggesties staan om thuis of op school te gebruiken. Meer doen met spiegelen? Lees mijn blog.
1 + 1 = 3
Bij dit boek is voor een interactief gesprek niet geschikt aangezien het voornamelijk een telboek is. Wel heeft dit boek veel mogelijkheden voor in een rekenhoek of tijdens een rekenles. In het boek is er altijd één afbeelding die niet kloppend is bij het getal, de indringer. Komen de kinderen erachter waar de indringer is? Het leuke aan dit boek is dat het niet stopt bij tellen tot 10, maar doorgaat tot 100 met verschillende tientallen en ook sommen laat zien.
Laat de kinderen in een rekenhoek zelf een telposter maken met loose parts waarbij één afbeelding niet kloppend is. Komen de kinderen erachter waar de fout zit? Zelf heb ik dit gedaan bij thema ridders en kastelen. Op een schild of op een kroon maakte de kinderen een eigen telposter met een fout. Bij het natellen is het handig om een goede telstrategie te hebben. Praat met de kinderen over het eenvoudig tellen van de materialen. In welke groepsgrootte is het tellen handig? Zie de afbeelding hieronder:

Ander soort boeken
Naast prentenboeken zijn er natuurlijk nog andere boeken die je kunt gebruiken tijdens de rekenles of in een rekenhoek. Hieronder een aantal voorbeelden.
Doolhoven
Gebruik ook eens boeken met doolhoven in de rekenhoek. Kopieer bladen uit het boek of leg transparante wisbordjes (A3-formaat) bij het boek. Leg daarbij een grote legoplaat, blokjes en knikkers. Wie weet gaan de kinderen zelf een doolhof maken. Het neerzetten van een bee-bot (blue-bot) in een hoek is ook altijd een goed idee. Laat de leerlingen (op de mat) een doolhof maken van blokken. Laat de robot erdoor heen navigeren. Stimuleer de kinderen het gebruik van begrippen als links en rechts.
Vouwboeken
Ook zeer geschikt om meetkunde mee te stimuleren is vouwen. Leg vouwboeken in de hoek neer en laat de leerlingen zelf een vouwwerk uitkiezen en navouwen. Je kunt natuurlijk ook een vouwreeks ophangen of een vouwwerk wat al af is. Hoe is die gemaakt? Probeer dat te achterhalen. Ik gebruik zelf graag de vouwboeken van Janet de Vink.
Informatieboeken
Leg eens in de bouwhoek boeken neer over bouwen en architectuur. De kinderen kunnen de boeken bekijken en gebouwen nabouwen. Zelf gebruik ik graag de serie van Willewete.

Al met al zijn er veel mogelijkheden om een rijke rekenleeromgeving te creëren met boeken. Ook wanneer je een beperkte ruimte tot je beschikking hebt. Een boek met bijpassende materialen in een bak of op een kast past altijd.
Meer lezen?
Lees mijn review over het boek Met rekenogen bekeken van Rob van Bree en Hanneke van Bree.
In het artikel uit het tijdschrift HJK Rekenen met prentenboeken van Rob van Bree en Hanneke van Bree wordt duidelijk omschreven waarom prentenboeken in de rekenles voordelen hebben.