In het rekenbakje zitten fiches. In deze blog lees je 7 tips wat je met de fiches kunt doen. Zelf heb ik 10 fiches in elk rekenbakje zitten. Ieder kind heeft fiches in één kleur.
Tip 1:
Gebruik de telfiguren voor het introduceren of aanleren van het principe van splitsen en het maken van plus- en minsommen. Ga van de telfiguren naar de fiches. Zo komt het leren splitsen van concreet naar abstract, richting het formele rekenniveau.
Start het aanleren van splitsen en het maken van sommen met het zelf uitspelen. Denk maar aan de bussommen of het spelen van verstoppertje.


Tip 2:
Oefen splitsingen met de fiches. Bespreek van tevoren met hoeveel fiches er gesplitst gaat worden. Verdeel de fiches, ongezien, over de twee handen. Doe één hand open. De ander mag raden hoeveel fiches er in de gesloten hand zitten. Schrijf vervolgens de splitsing op het wisbordje.
Tip 3:
Gebruik fiches om de stand bij te houden bij een spel. Leuk in combinatie met de materialen uit het rekenbakje.
Je wint een fiche wanneer:
- Je het grootste getalkaartje pakt.
- Het minst hebt gegooid met twee dobbelstenen.
Tip 4:
Speel het spel ‘beet!’
Leg beide 10 fiches op de tafel. Spreek van tevoren af welk getal je gaat splitsen. Gooi met één dobbelsteen. Vul dat getal aan tot het afgesproken getal. Zoveel fiches heb je beet en mag je van de ander wegpakken. Ga net zolang door totdat iemand geen fiches meer over heeft. Degene met alle fiches heeft gewonnen.
Tip 5:
Gebruik de fiches bij spellen als bingo voor twee of een dobbelspel. Iedere leerling gebruikt zijn eigen kleur fiches om eenvoudig te zien wie de meeste vakjes heeft veroverd. Gebruik de telfiguren als pion om over het spelbord te gaan.
Tip 6:
Gebruik de fiches bij het tellen.
- Zeg een getal tot 20. Leg (samen) net zoveel fiches neer.
- Zeg een getal tot 20. Leg (samen) net zoveel fiches neer in groepjes van 2. Tel daarna samen hardop de groepjes van 2. Dit kan ook in groepjes van 5.
Tip 7:
Speel het spel ‘Leg er een fiche op!’
De leerlingen pakken minimaal 6 willekeurige getalkaartjes uit het rekenbakje. Geef een rekenopdracht. Hebben de leerlingen het getalkaartje met het goede antwoord? Leg er een fiche op! Zijn er te weinig fiches gebruik dan de telfiguren. Wie heeft als eerste alle getalkaartjes bedekt met een fiche?
Denk aan de volgende rekenopdrachten:
- Grote buurgetal van 12.
- Dit getal heeft deze buurgetallen: 15 en 17.
- Kleine buurgetal van 20.
- Tel verder met een sprong van 2: 8 – 10 – …
- Het is het antwoord op de som: 6 + 3
- 10 kan je splitsen in 5 en …?
Meer lezen over tips rondom de materialen in het rekenbakje? Lees de blog 10x spel met de getalkaarten.